Susanne Khalil Yusef behaalde in 2018 haar bachelor beeldende kunst aan de St Joost academie in ’s-Hertogenbosch. Op dit moment is zij artist in resident aan de Rijksakademie in Amsterdam. Gaandeweg haar studie verdiepte zij zich intensief in haar familiegeschiedenis en de Palestijnse diaspora. In 2014 nam zij een semester deel aan de International Academy of Art Palestine in Ramallah. Het verblijf aldaar en haar eigen familiegeschiedenis vormen de voedingsbodem voor haar werk. Centraal staan thema’s als thuisland, migratie, ballingschap, identiteit en (post)koloniale verhoudingen.
Om gelaagde geschiedenissen te verbeelden maakt Khalil Yusef installaties die zijn samengesteld uit een grote hoeveelheid objecten in diverse media, zoals tekeningen, schilderijen, textiele wandkleden, keramische en bronzen sculpturen, video en neonlicht. In 2022 nam zij deel aan de tentoonstelling Moving Stories in het Valkhof Museum in Nijmegen. Zij transformeerde een grote zaal in een zinderende totaalinstallatie: wanden en vloer waren bedekt met het zwart/witte motief van de "Arafatsjaal", in combinatie met schilderijen, textiele kleden, keramische en bronzen bustes van jonge mannen en de neon banier met de tekst ‘wij willen leven’.
Haar interactieve installatie ‘Café Disorient’ was opgesteld tijdens de Sonsbeektentoonstelling Force Times Distance. On Labour and Its Sonic Ecologies (Arnhem, 2021). Khalil Yusef schonk Arabische koffie en ging in gesprek met bezoekers over thema’s die impact hebben op hun leven, zowel persoonlijke als politieke kwesties die meestal niet de voorpagina halen.
Een terugkerend element in haar presentaties zijn grote keramische potten die de vorm hebben van een hoofd. Ze zijn gedecoreerd met dieren zoals een slang, dromedaris en kikkers, of met voorwerpen als een vuurtoren, hart, geweer of kralen. Uit enkele potten groeien cactussen en palmen, zoals nu te zien in de groepstentoonstelling My Oma in Kunstinstituut Melly in Rotterdam (tot 1 sept 2024).
Haar nieuwe werk voor Heksenkruid – decolonising botany (12e editie Beelden op de Berg) bestaat uit een metershoog portret, gemaakt van keramiek. Uit het hoofd groeien Libanese cederbomen, dezelfde soort als die waarmee het historische Palestina is beplant. Op deze wijze vestigt de kunstenares de aandacht op de relatie tussen bepaalde eigenschappen van bomen en politieke geschiedenis; meer dan 600 Palestijnse dorpen zijn sinds de oprichting van de zionistische staat in 1948 verdwenen. In de meeste gevallen werden de bewoners verdreven en de huizen en gebouwen met de grond gelijkgemaakt. De snelgroeiende bomen zijn uitgegroeid tot bossen die de herinnering aan de vroegere Palestijnse bewoners proberen uit te wissen.